2024-11-02: Nieuwe bezems vegen schoon…
De laatste jaren is er een groeiende trend gaande om vanuit het huidige tijdsgewricht met nieuwe ogen te kijken naar het verleden. Of het een hype is in plaats van een trend zal de tijd leren. Hoe dan ook, het heeft voor de erfgoedsector grote implicaties. De afgelopen maanden ben ik deze trend meerdere keren in het werkveld tegengekomen en er bekruipt mij een ongemakkelijk gevoel. Ongemakkelijk genoeg om er een blog aan te willen wijden, met een verrassende afloop.
De eerste keer dat ik met de trend werd geconfronteerd was tijdens een bijeenkomst waarin lokale erfgoedprojecten werden gepresenteerd op zoek naar subsidie. Een van de voorgestelde projecten ging over het herschrijven van metadata bij een filmarchief. Let wel, het gaat niet over het herschrijven van het filmarchief zelf maar van de metadata waarmee de films zijn gearchiveerd en gedigitaliseerd in jaren tachtig van de vorige eeuw. Degenen die zich destijds met de digitalisering en metadatering van dit materiaal hebben bezig gehouden hebben zich bediend van het gangbare taalgebruik van die periode? Tegenwoordig zouden we het anders doen, dus waarom gaan we het niet herschrijven is de vraag.
Een volgend voorbeeld. Vorige week woonde ik een themadag bij in het Fries Museum in Leeuwarden. Het thema was erfgoedinformatie en de AVG, oftewel privacy. Ik vond het een bijzondere dag en heb er veel van opgestoken. Zo blijkt maar weer, je bent nooit te oud om te leren.
Een van de presentaties ging over het niet bestaande recht op privacy van nabestaanden. Met andere woorden, mensen op het kerkhof hebben geen privacy. Als voorbeeld werd aangehaald de vrijgave van het Centraal Archief bijzondere Rechtspleging. Citaat: “In dit 3,8 strekkende kilometer archief bevinden zich dossiers van personen die verdacht werden van collaboratie met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog”. Voorheen moest je door een reeks van hoepels springen om inzage te krijgen in dit archief, vanaf 2025 komt het op straat te liggen voor “Jan en Alleman” om in te grasduinen.
De lezing werd verzorgd door een nabestaande van een “Foute Nederlander”. Het aangrijpende pleidooi was niet om het archief niet te openbaren maar na te denken over een ietwat "intelligentere" manier van openstellen.
Als laatste haal ik een drama aan dat zich heeft afgespeeld in een Fries dorp in de laatste dagen van de tweede wereldoorlog. Het drama betreft een verzetsdaad en represailles door de bezetter. Deze gebeurtenis heeft het dorp tot op de dag van vandaag verdeeld tot op het bot. Zozeer dat het verhaal zelf nog niet objectief kan worden verteld on overgeleverd via het lokale dorpsarchief. Het dorpsarchief dat tot doel heeft om op een objectieve manier de lokale geschiedenis te bewaren voor volgende generaties. De vrijwilligers durven het (nog) niet aan om het verhaal op te schrijven.
Nu de moraal van het verhaal. Ik houd me bezig met erfgoedinformatie en ondersteun collectiebeheerders bij hun belangrijke werk. Als het gaat om bovenstaande kwesties sta ik me een mond vol tanden, ben ik een buitenstaander. Wel voel ik aan dat het werk van de collectiebeheerders veel meer is dan alleen het verzamelen van potscherven en het documenteren van oude foto’s en filmpjes. Het gaat ook, en misschien wel vooral, over het kunnen begrijpen van lokale omstandigheden, gevoeligheden en afhankelijkheden. Lokaal geworteld zijn is wellicht geen eis maar wel een consequentie.
Dat brengt me naar de titel van deze blog “Nieuwe bezems vegen schoon”. Deze titel vertelt maar de helft van het verhaal. Het is afgeleid van de Engelse spreekwoord “A New Broom Sweeps Clean, But An Old Broom Knows The Corner”. Oftewel, Nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen de hoeken van de kamer.
Ik kijk nu met andere ogen naar de enigszins gevorderde leeftijd van de gemiddelde vrijwilliger in de lokale erfgoedsector.